Één van mijn favoriete nationale parken in Scandinavië is Abisko Nationaal Park, in het uiterste noorden van Zweden. Misschien ken je het wel, van de beroemde Kungsleden (Kingstrail). Deze wandelroute van maar liefst 440 kilometer lang loopt voor een deel dwars door Abisko!
De eerste keer dat ik in Abisko was, in de winter, keek ik werkelijk mijn ogen uit. Alles was bedolven onder de sneeuw en al snel kwam ik uit bij de ruige rivier Abiskojokk. In het midden stroomde nog steeds helder water, maar de wanden en watervallen waren compleet bevroren. Er stond een koude wind, maar voor mij was dit het ultieme Arctische gevoel.
In de zomer ziet de natuur er compleet anders uit. De bomen en het gras is groen, je hoort vogels fluiten en af en toe wandelt er een rendier voorbij. Je kunt er heerlijk ontspannen en de middernachtzon zorgt voor een spectaculaire lucht.
Een aanrader is echter de herfst, waar de natuur in heel Noord-Scandinavië verandert in intense herfstkleuren. Te vergelijken met bijvoorbeeld de Indian Summer in Noord-Amerika. Het contrast van de rood en oranje gekleurde bomen met het heldere water in de snelstromende rivier is adembenemend. De rendieren kom je nog steeds regelmatig tegen én september is een fantastische maand om het noorderlicht weer te spotten. Het groene licht reflecteert mooi in de meren en een landschapsfotograaf komt thuis met prachtige plaatjes. Beloofd! Abisko is het hele jaar door de moeite waard om te bezoeken.
Wat ik buiten de mooie natuur leuk vindt aan Abisko is dat het toegankelijk is voor iedereen. De echte wandelfanaten kiezen voor wandelroutes tot dus wel 440 kilometer, maar gelukkig zijn er ook diverse wandelroutes die variëren tussen de 5 en 20 kilometer. Zo is er voor ieder wat wils. Er is zelfs een rolstoelvriendelijke route. De route brengt je langs verschillende uitzichtpunten en op het eind kom je tot rust bij een kampvuurplaats aan het meer Torneträsk. Wederom rolstoeltoegankelijk.